< verhalen uit het museum
4500 km...down under
Het Is voorjaar 1998 als negen motorliefhebbers besluiten om even een tochtje Down Under te maken.
De groep bestaat uit:
- Rudolf Booy (autoverkoper)
- Bob Korpershoek (rijwielgigant)
- Sietze Douma (monteur met een eigen revisiebedrijf)
- Sipke Buma (timmerman)
- Reino v.d Kamp (marktkoopman)
- Jan v.d Graft sr.(gepensioneerd hoofdkeurmeester vlees)
- Jan v.d Graft jr.(golfbanendesigner)
- Kees Koekstra (reizende reporter)
- Max Middelbosch (antiekhandelaar en interieurontwerper en bouwer)
Hoewel de heren allemaal hun eigen kwaliteiten hebben blijkt geen hen veel vooraf geregeld te hebben. Ach dat kan onderweg wel. Er gaat de komende weken tijdens hun 4500 kilometer lange tocht door Australië dan ook van alles mis. De weinige dingen die wel goed gaan zijn meestal zaken die door de thuisblijvers geregeld zijn. En de zaken die onderweg misgaan lossen ze ter plekke wel even op...
Tijdens de tocht zijn er natuurlijk weer de gebruikelijke en ongebruikelijke gevalletjes van pech. Zo krijgt Reino problemen met zijn primaire belt. Sietze probeert de boel te repareren terwijl Reino lekker onder een boom zit met een fles water. Helaas lukt het niet en wordt de lokale wegenwacht opgetrommeld die man en machine meeneemt. Als deze echter ook met een klapband langs de weg komt te staan wordt er een motelletje georganiseerd en slaat de groep zelf aan het sleutelen. Het blijkt dat de pulleys van de belt niet in lijn staan en door er bij de plaatselijke smid een ring achter te bakken is het probleem voorgoed opgelost.
Ook Sipke krijgt een klein probleempje met zijn Indian motorfiets. Bij een sleutelsessie komen de rakkers er achter dat de big-end pen gebroken is en de krukas in twee stukken onderin het carter ligt dat daardoor ook nog eens beschadigd is. Voor Sipke zit de tocht met de Indian erop en vervolgt zijn reis in een oude Chrysler met dito banden die tijdens het vervolg van de reis nogal eens voor problemen gaan zorgen.
Ook de brommert van Max krijgt de nodige problemen. Zo breekt spontaan het stuur in tweeën. Dankzij een vriendelijke Honda-coureur wordt er een smid gevonden die de eindjes weer aan elkaar last. Ook op bandengebied is Max niet echt gelukkig. Hij is de enige van de groep die op hielbanden rijdt. Gelukkig kreeg hij onderweg van een oud baasje nog een kale hielband. Als na drie klapbanden die hielband er met shampoo opgeknutseld wordt is de voorraad banden voor hem op.
Redder in nood is een Australiër die een zaakje heeft met de naam "Legandary Motorcycles". De zwaar bebaarde man met een klein Harley-petje biedt zijn werkplaats aan en schenkt zelfs een oude velg aan Max. Na het omspaken van de velg zodat hij op Max`s motor past is deze voorgoed genezen van hielbanden en vervolgt hij zijn weg op normale sloffen.
Met het einddoel in zicht en ruim voldoende tijd trekken de vrienden nog even het Australisch regenwoud in. Als na verloop van tijd de wegen slechter worden, de begroeïng dichter en de heren denken aan het einde van de wereld te zijn duikt er ineens de meest fantastische regenwoudkroeg van Australië op. Overwoekerd door planten, volop vogelgeluiden, een werkende biertap, muziek van Dylan, een zwembadje vol leuke dames en hun Harley`s pal voor de deur... Dit moet het paradijs zijn.
Zoals aan zoveel dingen een eind komt was dat ook het geval bij de trip Down Under het geval. Eén van de oplettende heren ontdekte nog net op tijd dat ze een dag eerder terugvlogen naar Holland dan ze eigenlijk dachten.
Na een geweldige ervaring die ondanks de pechgevallen toch zeker de moeite waard was volgt in Nederland nog een flinke domper...
Bij de douane in Rotterdam blijkt namelijk dat er drie motoren uit de container gestolen zijn... Twee van Max en één van Bob.
Rijdt u toevallig op één van de volgende fietsen:
- 1928 Harley-Davidson JDL met het framenummer 28 JDL 1970
- 1943 Harley-Davidson WLA met het framenummer U 45514 T
- 1947 Harley-Davidson Victory met framenummer B 23091 A
Neem dan even contact op met Max Middelbosch...
< verhalen uit het museum
|